Trends in verhuisstromen
Tussen 2014 en 2021 was sprake van een toenemende stroom migratie vanuit de Randstad naar overig Nederland, waaronder ook naar Gelderland en Overijssel. In 2022 was voor het eerst een lichte afname te zien. In 2023 nam de stroom weer toe. We hebben het hier over verhuisde hoofden van huishoudens, die een jaar eerder nog op een ander adres in Nederland woonden.
Het gaat in vergelijking met de totale binnenlandse verhuisstromen niet om heel grote aantallen. De meeste verhuizingen vinden plaats over korte afstand, vaak binnen dezelfde gemeente. In 2023 ging het in Overijssel en Gelderland bij elkaar om circa 13.250 verhuisden uit de Randstad op een totaal van circa 134.000, ofwel 9,9%. Niet alleen in absolute zin, maar ook in relatieve zin is dit meer dan in het verleden. In 2012 waren het er nog maar 7.700 (6,3%). Het aandeel van net geen 10% is sinds 2021 nagenoeg onveranderd.
De omgekeerde stroom, vanuit Overijssel en Gelderland naar de Randstad, is door de tijd heen relatief stabiel van omvang geweest, met in 2023 een toename. In 2023 zijn beide stromen (uit en naar de Randstad) nagenoeg even groot.
Selectieve stromen
Hoewel beide stromen, uit en naar de Randstad, in omvang momenteel ongeveer even groot zijn, zijn ze wel verschillend van samenstelling. Onder de stroom vestigers uit de Randstad zijn 30-plussers sterk vertegenwoordigd. Onder de stroom naar de Randstad vinden we naar verhouding veel jongeren in de klasse tot 23 jaar en in de klasse 23-29 jaar.
Ontwikkelingen in 2023
Wat opvalt is dat de recente toename in beide stromen, in het jaar 2023, zowel bij de stroom uit de Randstad als bij de omgekeerde stroom, voor rekening komt van de leeftijdsklasse tot 23 jaar. In de andere leeftijden is in 2023 niet veel veranderd ten opzichte van 2022. De stroom 30-45 jarigen vanuit de Randstad naar Gelderland en Overijssel nam voor het eerst licht af. De stroom 45-plussers stabiliseerde.
Hoewel we aan de leeftijd niet met zekerheid kunnen zien of het om studenten gaat, vermoeden we dat de verandering in de studiefinanciering van invloed is geweest op de toegenomen verhuisdynamiek van jongeren in de studentenleeftijden in beide richtingen. De herintroductie van de basisbeurs voor uitwonende studenten maakt het voor studenten gemakkelijker om voor studie te verhuizen. Uit de landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS) blijkt ook dat in het studiejaar 2023-2024 voor het eerst sinds jaren het aandeel “uitwonende” studenten is toegenomen. Bij nadere analyse blijkt ook dat de toename van de instroom van jongeren in Gelderland en Overijssel vooral terecht is gekomen in Enschede, Wageningen en Nijmegen. Meer hierover is te vinden op de pagina over het profiel van de vestigers per regio en in de grotere gemeenten.
De overige leeftijdsgroepen laten zich niet leiden door studie, maar meer door woningmarktmotieven. Dit geldt in het bijzonder voor de klasse 30-45 jaar, waarin veel huishoudens toe zijn aan settelen. In dit verband is een studie van RaboResearch relevant, waarin een verband wordt gelegd tussen regionale huizenprijsverschillen en de locatiekeuze van huizenkopers. Het blijkt dat in 2023 het prijsverschil op de koopwoningmarkt tussen de steden in de Randstad en overig Nederland, gerekend in euro’s per vierkante meter, voor het eerst sinds jaren afnam, na jarenlang te zijn toegenomen. Geconstateerd wordt dat in 2023 mede door het minder grote prijsverschil de Randstedelingen weer wat meer binnen de eigen steden zijn verhuisd in plaats van naar buiten de Randstad te verhuizen. In dezelfde studie werd overigens ook verwacht dat deze trendbreuk van korte duur zal zijn.
Invloed van de Randstad per regio
De meeste Randstedelingen die naar het oosten verhuizen blijven in de buurt. Vooral Rivierenland en Foodvalley hebben de instroom uit de Randstad over een lange periode zien toenemen. Deze regio’s kenden toch al relatief veel uitwisseling met aangrenzende delen van de Randstad. Ook in Noord-Veluwe en de Stedendriehoek is de invloed van de Randstad relatief groot.
In de verder weg gelegen regio’s, zoals Twente, de Achterhoek en landelijk Overijssel, is de invloed van de Randstad kleiner, zeker als dat wordt afgezet tegen de totale binnenlandse verhuisdynamiek. Toch is deze instroom in alle tien de onderscheiden regio’s over de laatste tien jaar toegenomen, zowel absoluut als relatief (ten opzichte van de totale verhuisstroom).
Uit het profiel van de vestigers blijkt dat de instroom van dertigplussers vanuit de Randstad in 2023 het sterkst is afgenomen in landelijk West-Overijssel. Waarom dit juist in deze regio is gebeurd, is lastig te verklaren. Overigens is de instroom uit de Randstad in 2023 ook in deze landelijke regio nog altijd groter dan vijf jaar geleden. In de jaren 2021 en 2022 was juist sprake geweest van een grote toename, dus enige terugval na deze piek is ook weer niet zo vreemd.
Invloed van de Randstad per gemeente
Op het schaalniveau van gemeenten blijkt nog sterker dat de invloed van de Randstad het grootst is in direct aan de Randstad grenzende gemeenten, zoals Nijkerk en Culemborg. Daar komt de laatste jaren tot meer dan 30% van de totale instroom (inclusief die uit eigen gemeente) uit de Randstad. In relatieve zin is in de meest oostelijk gelegen gemeenten veelal niet meer dan 5% van de recent verhuisden afkomstig uit de Randstad.
Vrijwel overal is de invloed van de Randstad in ieder geval in absolute, maar meestal ook in relatieve zin (in relatie toe alle binnenlandse verhuizingen) toegenomen. Op onderstaande kaartbeelden is deze oprukkende invloed te zien. Daarin zien we de Randstad langzaam opschuiven naar het oosten.
In onderstaande interactieve figuur worden de aantallen per gemeente zonder verdere duiding weergegeven. Omdat het in sommige gemeenten om kleine aantallen gaat en omdat die van jaar tot jaar kunnen fluctueren, zijn de cijfers hier per drie jaar bij elkaar geteld. (NB. De gemeente Rozendaal ontbreekt wegens te weinig waarnemingen. Renswoude, Veenendaal en Rhenen worden tot Foodvalley gerekend, maar liggen eigenlijk in de provincie Utrecht).
Overig Nederland en het buitenland
Een andere trend is dat de instroom uit het buitenland over een aantal jaren bezien is toegenomen, met daarbij fluctuaties van jaar tot jaar. Het coronajaar 2020 vormde een kortstondige trendbreuk, in 2021 herstelde de instroom uit het buitenland weer en in 2022 is de instroom uit het buitenland nog weer aanzienlijk toegenomen om in 2023 weer wat te dalen. Onder vestigers uit het buitenland bevinden zich ook (hoofden van) huishoudens die via een andere gemeente (bijvoorbeeld een gemeente met een AZC) zijn doorverhuisd, maar die een jaar eerder nog niet in Nederland woonden (zie bronnen en methoden voor de definitie van verhuisden). Ook arbeidsmigranten (voor zover ingeschreven) vinden we in deze categorie terug. De vestigers uit het buitenland en uit overig Nederland (niet-Randstad en niet Overijssel en Gelderland) blijven in dit onderzoek verder buiten beschouwing.