Vestigers uit de Randstad betrekken andere woningen dan huishoudens uit de ‘eigen’ regio. Naar verhouding treffen we vestigers uit de Randstad vaker aan in koopwoningen, in grote woningen en in vooroorlogse woningen.
Overigens is er een verschil tussen verhuisde huishoudens en betrokken woningen. Ook dat verschilt naar herkomst en bestemming. De extra toestroom van jonge huishoudens in 2023 (in vergelijking met 2022) is bijvoorbeeld deels terechtgekomen in kamers en studentenhuizen. Meer over het verschil tussen verhuisde huishoudens en betrokken woningen is te lezen in het blok van adressen naar woningen.
In de loop van de tijd zien we vanaf 2014 in alle regio’s aanvankelijk een toename in het aantal betrokken woningen, niet alleen door vestigers uit de Randstad maar ook door verhuisden binnen de regio’s zelf en door vestigers uit overig Nederland. Dit hangt samen met het aantrekken van de woningmarkt na de kredietcrisis. De laatste jaren neemt het aantal betrokken woningen niet meer toe. Het aantal door vestigers uit de Randstad betrokken woningen in alle tien de regio’s bij elkaar schommelt de laatste jaren rond de 9.500.
Eigendom
Wat betreft eigendom kan onderscheid worden gemaakt tussen huurwoningen en koopwoningen. Binnen huurwoningen kunnen dan nog corporatiewoningen en huurwoningen van particuliere verhuurders worden onderscheiden.
Over het algemeen treffen we vestigers uit de Randstad vaker aan in particuliere huurwoningen en koopwoningen en minder vaak in corporatiewoningen, vergeleken met huishoudens die binnen de eigen regio verhuizen.
Van degenen die een koopwoning betrokken is de WOZ-waarde van de betreffende woning bekend voor de jaren 2020-2022. Dan blijkt dat vestigers uit de Randstad in bijna alle tien de regio’s duurdere woningen betrokken dan huishoudens die binnen de eigen regio zijn verhuisd.
Ook als wordt ingezoomd op de grotere gemeenten in Gelderland en Overijssel zien we de opmars van kopers uit de Randstad. Kijk in onderstaande grafiek maar eens naar Apeldoorn en Ede, waar dit duidelijk te zien is. Ook Deventer is de laatste jaren duidelijk in trek bij kopers uit de Randstad. Een en ander hangt uiteraard ook samen met de aard van het woningaanbod in de bestemmingsgebieden.
Bouwperiode
Hoewel de link tussen verhuizen en nieuwbouw voor de hand ligt, vinden de meeste verhuizingen plaats naar woningen die al een tijd geleden gebouwd zijn. Onder de betrokken woningen treffen we uiteenlopende bouwperioden. Slechts een iets meer dan een kwart (27%) van de recent verhuisden naar of binnen de tien onderzochte regio’s betrok de in 2023 jaar een woning van na het jaar 2000.
Verhuisden uit de Randstad betrokken in de jaren 2023 iets vaker een recent gebouwde woning dan vestigers uit de eigen regio’s (in 30% respectievelijk 28% van de gevallen). Er zijn wel verschillen tussen de regio’s.
Het zijn juist de vooroorlogse woningen die bovengemiddeld in trek zijn bij vestigers uit de Randstad. In alle tien de bestemmingsgebieden betrokken vestigers uit de Randstad in 2023 naar verhouding vaker een vooroorlogse woning dan lokaal verhuisden, het meest in de Stedendriehoek. Het lijkt er op dat Randstedelingen zich aangetrokken voelen tot traditionele dan wel karakteristieke panden en/of buurten. Woningen in de bouwperiode 1960-2000 waren bij vestigers uit de Randstad minder in trek dan bij lokaal verhuisden.
Woningtype
Met uitzondering van de drie stedelijke regio’s betrokken instromers uit de Randstad naar verhouding vaker een eengezinswoning dan huishoudens die binnen de eigen regio verhuisden. Kennelijk zit een deel van de aantrekkingskracht in de beschikbaarheid van dit woningtype. Dit ondanks het feit dat ook vestigers uit de Randstad lang niet altijd huishoudens met kinderen zijn.
Gebruiksoppervlak
Vestigers uit de Randstad betrekken beduidend grotere woningen dan huishoudens uit de eigen regio. Dit hangt samen met het feit dat het ook vaker koopwoningen zijn, die gemiddeld genomen groter zijn dan huurwoningen en met het feit dat het vaker eengezinswoningen zijn, die gemiddeld groter zijn dan appartementen. Het hangt bovendien samen met het verschil in levensfase. Lokaal verhuisden zijn gemiddeld jonger en jongeren betrekken vaker kleine woningen dan huishoudens van middelbare leeftijd.
Het verschil is het grootst in de landelijke regio’s, waar vestigers uit de Randstad duidelijk voor ruime woningen komen. Dat geldt kennelijk ook voor 60-plussers, die in de landelijke regio’s een relatief groot aandeel in de instroom hebben. Het verschil is kleiner in stedelijke gebieden, waar de instroom uit de Randstad meer uit jongeren bestaat (tot 30 jaar), onder wie ook jongeren in de studentenleeftijd (tot 23 jaar).